KNBB spelletjesboek

In dit biljartspellenboekje staan vele vermakelijke spelletjes in.
Een aantal hebben daarbij attributen nodig zoals een telefoonboek, een kurk met dobbelstenen of pionnetjes.
Blader het boekje eens door en je zult verbaast zijn over de verscheidenheid van leuke en aantrekkelijke spelletjes.
Nog leuker is om met een groepje een spelletje te spelen.

Veel plezier met het lezen.

Download KNBB spelletjesboek 

 

Stoottechnieken

 

De acquit stoot
Acquit is de aanvangspositie van een partij in het biljarten. Daarbij ligt de rode bal op het boven acquit, de (gemarkeerde of gele) bal van de tegenstander op het beneden acquit en de speelbal op het linker of rechter acquit.
Voor een geldige carambole is het verplicht dat de speelbal eerst de rode bal raakt. Tegenwoordig is internationaal vastgelegd dat de acquitstoot moet worden gespeeld met de volledig witte bal als speelbal.

 

De trekstoot
De trekstoot en de doorschietstoot zijn de stoten, waar de meeste mogelijkheden liggen om de bal te verzamelen of positiespel te spelen.
Tevens is het ook bijna niet mogelijk om de biljartsport goed te beoefenen zonder deze stoot in redelijke mate te beheersen.
De trekstoot wordt bijna altijd met een lage voorhand gespeeld en met de keu (indien mogelijk) zo vlak mogelijk.
Een trekstoot is altijd een combinatie van het juiste richtpunt en de juiste diepte in de bal voor het bepalen van het juiste richtpunt (zonder zijeffect).
Men spreekt van een trekstoot indien de stootbal zich in een hoek van minder dan 900 van bal 2 beweegt.

De trekstoot en de voorwaarden:
De hoek van de looplijn van bal 1 naar bal 2 t.o.v. de lijn vanaf bal 2 naar bal 3, moet kleiner zijn dan 900

  1. De afstand van bal 1 tot bal 2 mag niet meer dan 30 cm bedragen.
  2. De te gebruiken kracht moet juist voldoende zijn om bal 3 te kunnen bereiken.
  3. De juiste afstoottechniek. (afstoot uit de pols bij een afstand van 1-1,5 baldikte, vanuit de ellenboog bij een wat grotere afstand en snel en indringend afstoten)
  4. Richten op het snijpunt.
  5. Indien bal 2 geamortiseerd wordt dan bal 1 wat hoger raken.
 

De doorschiet stoot
Het principe van een doorschietbal is dat niet zoals bij een trekbal het mikpunt aan de voorzijde van bal 2 (geel) moet worden gezocht maar aan de achterkant. Vooral bij het maken van een doorschietstoot is het theoretisch mikpunt belangrijk.
We gaan er in detail op in. Zie het figuur hiernaast,
als u nu wilt doorschieten trekt u in gedachten een lijn uit het hart van bal 3 (rood) naar het hart van bal 2 (geel), het punt waar nu deze lijn bal 2 (geel) binnenkomt is het mikpunt (m) Wanneer u bal 1 (wit) ongeveer 2 cm boven de horizontale hartlijn raakt en het punt als richtpunt gebruikt zal u bal zeker met bal 3 (rood) caramboleren.
De grootste fout van de beginnende biljarter is dat deze meestal te veel energie in bal 1 wil stoppen omdat hij bang is dat bal 1 na het raken van bal 2 niet goed het rollend effect zal krijgen en dat de stootbal bal 3 niet zal bereiken.
Probeer als oefening de stootbal rustig aan te spelen waarbij met de keu goed door
bal 1 wordt gestoten met een wat losse achterhand. U zal zien dat als u dat goed onder controle krijgt het een belangrijk onderdeel wordt in het "overhouden" voor de volgende stoot.

 

Pomerans weetje

Daar de pomerans van leer is kan deze na enige tijd uitdrogen. Om leer in goede conditie te houden kun je leer invetten, bijvoorbeeld met bijenwas, waardoor de levensduur en elasticiteit langer behouden blijft.
Na behandeling met bijenwas wil krijt echter niet meer goed aan de pomerans hechten. Geen bijenwas dus. Gewoon een beetje water of zoals veel spelers doen speeksel op de vinger en daarmee de zijkant regelmatig bevochtigen. Advies: na elke partij een natte vinger langs de pomerans vóór het opbergen in de foedraal.
Is de pomerans te zacht dan zal hij na enig gebruik gaan overhangen. Soms helpt bijwerken langs een slijpsteentje of voorzichtig schuren dit euvel te voorkomen en
blijft de pomerans hierna redelijk stabiel. Gaat hij na het bijwerken weer overhangen, dan is vervanging noodzaak.

Zijkant van de pomerans nat maken met een beetje spuug. Vervolgens een pomeransvormer plaatsen en zachtjes met niet te veel druk ronddraaien.
De zijkant van de pomerans wordt daardoor harder en gaat dan langer mee.